24 januari 2025

Trends in de foodservice markt - verduurzaming en gezondheid centraal- Wie is aan zet?

De foodservicesector is volop in beweging. De focus op duurzaamheid en gezondheid heeft de afgelopen jaren een stevige positie ingenomen, en 2025 lijkt een kantelpunt te worden. Wat betekent dit voor de horeca, catering en hun leveranciers? En wie bepaalt het tempo van verandering: consumenten, overheid of de aanbieders zelf? Kortom wie is aan zet?

De trends: gezondheid en duurzaamheid hand in hand

Zowel verduurzaming als het gezonder maken van het voedselaanbod zijn leidende thema’s in de foodservicesector. Consumenten tonen steeds meer interesse in plantaardige voeding, lokale producten en transparantie over de herkomst van ingrediënten. Tegelijkertijd ligt er een sterke nadruk op het reduceren van voedselverspilling, het terugdringen van CO2-uitstoot en het verlagen van het suiker- en zoutgehalte in gerechten.

Bij bedrijven zoals Albron en Eurest zien we een duidelijke verschuiving richting duurzamere keuzes. Albron, een pionier op het gebied van duurzame catering, heeft ambitieuze doelstellingen. Hun focus ligt op alles waar ze impact kunnen maken; meer plantaardig eten (60% plantaardig vs 40% dierlijk), minder verspilling en een lagere CO2 uitstoot (Albron streeft ernaar om vanaf 2025 alle nieuw te openen locaties CO₂-neutraal te laten opereren).  

Eurest, bekend om hun brede aanwezigheid in bedrijfsrestaurants, zet eveneens in op het promoten van gezondere keuzes door middel van nudging en transparantie over voedingswaarden. Eurest legt daarnaast de focus op duurzaam inkopen door samen te werken met lokale leveranciers. Hiermee wordt niet alleen de ecologische voetafdruk verkleind, maar ook de verbinding met de regio versterkt. Deze aanpak benadrukt het belang van korte ketens en seizoensgebonden producten, die bijdragen aan een circulaire economie.

Het verduurzamen van de voedselketen is een duidelijke prioriteit. Zo werkt Bidfood met het Duurzaamheidskompas, een tool die klanten inzicht biedt in de milieubelasting van hun producten. Door de CO₂-uitstoot van zowel productie als transport transparant te maken, helpt Bidfood horecapartners bewustere keuzes te maken. Ook op het gebied van logistiek worden stappen gezet: elektrische vrachtwagens verminderen de uitstoot, vooral in stedelijke gebieden. Dit alles ondersteund door wet- en regelgeving.[1]

Wie is aan zet?

De verantwoordelijkheid voor verandering ligt bij meerdere partijen:

  • Consumenten: De vraag naar gezonde en duurzame opties groeit, vooral onder jongere generaties. Ze verwachten dat horeca en catering aan deze wensen voldoen.
  • Voedselaanbieders: laten zien dat proactieve inzet loont. Innovatie in het menuaanbod, samenwerking met duurzame leveranciers en educatie van het personeel zijn cruciaal.
  • Overheid: Steeds strengere wetgeving, zoals reductiedoelen voor CO2-uitstoot en suikertaksen, zet druk op de sector om sneller te verduurzamen en gezonder te worden. De overheid streeft ernaar om in 2030 15% van het landbouwareaal om te zetten naar biologische landbouw. In vijf provincies worden initiatieven gestart om biologische regio's te creëren, waar lokale partijen samenwerken voor het inkopen van regionale biologische producten.
  • Korte keten: De beweging naar biologische en regionale producten is al enige tijd gaande. Dit concept, bekend als ‘de korte keten’ of ‘lokaal voedsel’, draait om meer dan alleen minder voedselkilometers, versheid of een eerlijke prijs voor de boer. Het herstelt de verbinding tussen consument en boer, stedeling en platteland, en draagt (mits duurzaam geproduceerd[2]) bij aan gezonde ecosystemen. Dit voedselsysteem zet andere waarden voorop dan alleen lage kosten en maximale efficiëntie. Toch brengt de overgang naar een lokaal voedselsysteem uitdagingen met zich mee, vanwege de concurrentie met het grootschalige, efficiënte voedselsysteem. Re-lokaliseren is geen gemakkelijke opgave.

Budget: Kansen en Uitdagingen

Hoewel verduurzaming en gezondheid kosten met zich meebrengen, bieden ze ook economische kansen. Consumenten blijken bereid om meer te betalen voor producten die als gezonder en duurzamer worden ervaren. Tegelijkertijd blijven budgetbeperkingen, met name binnen het cateringsegment, een uitdaging. Voor horeca geldt dat de inkoop van plantaardige eiwitbronnen, zoals bonen, over het algemeen een betere marge oplevert dan de inkoop van vlees, simpelweg omdat bonen goedkoper zijn. Daarnaast is samenwerking binnen de keten essentieel om kosten te delen en schaalvoordelen te benutten.

Vooruitblik naar 2025 en 2030

In 2025 verwachten we dat plantaardige voeding een centrale plaats inneemt in het aanbod van horecagelegenheden en bedrijfsrestaurants. Steeds meer cateraars hebben, in navolging van Retail, de 60-40 doelstelling omarmt. Waarbij ze toewerken naar 60% plantaardige eiwitten en 40% dierlijke in het aanbod. Nu is dit nog veelal andersom. Menukaarten zullen worden gekenmerkt door hybride gerechten en volledig plantaardige opties, waarbij traditionele vleesgerechten steeds minder op de menukaart gezet zullen worden.

Tegen 2030 zal de sector zich hopelijk verder hebben ontwikkeld tot een volledig circulaire keten. Albron’s visie op klimaatpositieve catering en Eurest’s focus op gedragsbeïnvloeding geven aan hoe de toekomst eruit kan zien. Leveranciers zoals Bidfood blijven investeren in innovaties, zoals elektrificatie van de vrachtwagens en nieuwe technologieën om voedselverspilling te minimaliseren.

De drijvende krachten achter verandering

De transitie in de foodservicemarkt wordt gedreven door een samenspel van krachten. Consumenten blijven druk uitoefenen door bewuste keuzes te maken, terwijl de overheid en marktleiders zoals Albron, Eurest en Bidfood de randvoorwaarden scheppen voor een duurzamere en gezondere toekomst. Het is aan de foodsector, gesteund door de overheid! om deze trends om te zetten in structurele veranderingen – en daarmee zowel mens als planeet een dienst te bewijzen.

 

[1] De CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive) verplicht grote bedrijven in de EU vanaf 2024 gedetailleerd te rapporteren over duurzaamheidsprestaties, inclusief milieu-, sociale en governance-aspecten, volgens gestandaardiseerde criteria.