Amber Laan: 'Het noodzakelijke met het aangename verenigen'
Na de verkiezingsuitslag is het afwachten wat de formatie gaat brengen. Ondanks dat de grootste partij (PVV) klimaat, water en biodiversiteit bagatelliseert, blijven deze thema’s komende tijd belangrijk in de landbouw. De sector heeft, net als alle andere sectoren, nog steeds de taak om haar impact op de omgeving te verminderen. Dat is niet eenvoudig, anders was dit immers al gelukt. Het huidige demissionaire Kabinet lukt het ook keer op keer niet in om de juiste ondersteuning te bieden om de gewenste verandering in de landbouw te faciliteren. Van een nieuw Kabinet is nodig dat zij het noodzakelijke met het aangename weten te verenigen.
Onlangs berichtte minister Adema dat er te weinig financiële middelen beschikbaar zijn om de (al uitgevoerde) inspanningen voor brons, zilver of goud, conform aangegeven beloningen, uit te keren. Het tekort is demotiverend voor boeren die via het GLB geëxperimenteerd hebben met nieuwe teelten of onderdelen in de bedrijfsvoering om te verduurzamen. En dat terwijl experimenteren zonder directe afstraffing juist cruciaal is voor verandering.
Bufferstroken
Neem dan de administratieve lasten van bijvoorbeeld de gecombineerde opgave. Een belangrijke tool om alle activiteiten in vast te leggen, maar onnodig complex. Net als de regels die je als indiener moet kennen. Probeer maar eens alle mitsen en maren van bufferstroken, 4 procent braakliggend land, sloten en andere landschapselementen op een rijtje te zetten en een gedegen afweging te maken voor je ANLb-pakketten komend jaar, met in het achterhoofd een wijziging in de rentevoet en een explosieve mestmarkt.
Recent zijn er nieuwe nutriënt verontreinigde gebieden aangewezen, waar het mestbeleid in 2024 strenger wordt. Dat heeft de komende jaren flink effect op de bedrijfsvoering van veel melkveehouders. Eigen dierlijke mest niet meer mogen benutten en daarvoor in de plaats wel kunstmest mogen aanvoeren is, met in het achterhoofd ook de klimaatopgave en de wens klimaatneutraal te zijn in 2050, bijzonder. Boeren die kunnen aantonen beter te kunnen bemesten en zo minder emitteren hebben geen enkel voordeel ten opzichte van de collega boer die dit vakmanschap minder beheerst. Beiden hebben te maken met een koude sanering.
Logisch
De logica dat een verandering met een mate van onzekerheid gepaard gaat volg ik wel, maar met de veelheid en het tempo van de opgaven die zich op het boerenerf afspelen, is ondersteuning van de overheid best logisch. Te meer omdat het ook gaat om zaken waar iedereen in de omgeving van mee geniet. Hoger water bufferend vermogen van de bodem, biodiversiteit en waterkwaliteit.
Als financiële ondersteuning te veel gevraagd is, dan is waardering ook nog een optie. In plaats van positieve berichtgeving: De Nederlandse boeren vergroenen sneller dan het ministerie van LNV had begroot, stuit ik op reacties dat boeren zich niet zo moeten aanstellen omdat elke ondernemer zonder subsidies moet kunnen bestaan. Bijzondere redeneerlijn, al helemaal voor degene die tevens aangeven dat de boodschappen haast onbetaalbaar zijn geworden.
Vakmanschap belonen
Al met al kan de stap naar een duurzamere landbouw een flinke impuls krijgen als een aantal zaken aangenamer geregeld zijn. Verminder de administratieve lasten, voorkom (financiële) afrekening op experimenteren, sta garant voor die experimenteerruimte en beloon individueel vakmanschap. Dit vereist een andere rol van het komende Kabinet, namelijk sterk gericht op manieren om de noodzakelijke verandering in de landbouw met het aangename te verenigen.
Bron: Agraaf