Kiezen of verliezen
In de media woedt een stevige discussie over het vestigingsklimaat voor bedrijven. Dit wordt natuurlijk vooral opgehangen aan de vrees voor vertrek van ons nationale kroonjuweel ASML. En ook nu weer versimpeld tot de bekende clichés over belastingdruk en arbeidsmigratie. Aan de linkerzijde van het politieke spectrum is er traditioneel weinig gevoel voor het verdienvermogen van de samenleving. Maar ook populair rechts, met een focus op lokaal en anti-Europa, geeft hier weinig blijk van. Ondernemers worden altijd nerveus van ad hoc beleidskeuzes bij politiek en bestuur. Gekoppeld aan de gevolgen van geopolitieke spanningen en de noodzakelijke transities. En het is helder dat ondernemen in Nederland veel minder aantrekkelijk wordt.
Vrolijk
Persoonlijk ben ik vooral een fan van familie- en mkb-bedrijven. En dan liefst in de sector waar Nederland in het buitenland beroemd om is, de agrofood. Regelmatig spreek ik directies van deze bedrijven. Van wat ik terug hoor, word ik niet vrolijk. Ondernemen in deze sector is dermate ingewikkeld geworden dat de kracht dreigt weg te vloeien. Waardoor ook het welslagen van de transitie onder druk komt te staan. Er zijn wel veel leuke diepgroene initiatieven, maar het telt onvoldoende op om het verschil te maken.
Groen DNA
Een paar weken terug zaten we met 6 directies van bedrijven uit de Smart Food Alliance in gesprek met tweede Kamerleden van BBB en VVD. Onderwerp was het in versnelling krijgen van de transitie. Een van de Kamerleden sprak over de noodzaak van een nota over een Nederlandse en Europese voedselstrategie. Bob Hutten van Hutten (foodservice), was heel duidelijk. Er zijn stapels nota’s geschreven maar die bereiken ondernemers van mkb bedrijven zelden. De ambtelijke wereld heeft nauwelijks weet met wat er op de werkvloer gebeurt. ‘Dus, wij zijn een groep hele gewone ondernemers maar wel met groen DNA in de genen. Wij leggen graag uit hoe wij vooruit proberen te gaan. En welke barrières we elke dag ervaren.'
'Verdiep je in onze bedrijven en geef ons vooral de ruimte om groen te ondernemen i.p.v. het elke dag ingewikkelder te maken. Dan regelen we die transitie.’
Investeren
De tientallen gesprekken van de afgelopen maanden bevestigen dit beeld. Het Agrofood Ecosysteem van de bv NL heeft het knap lastig. Een paar voorbeelden. Een grote reder die ik onlangs sprak was uiterst cynisch. ‘Hoezo verduurzaming, de visserij op de Noordzee sterft compleet af.' Een ondernemer die op briljante wijze bezig is met vertical farming, heeft het evenmin makkelijk. ‘Mijn 40-urige werkweek besteed ik volledig aan het regelen van fondsen. Het ontwikkelen van de technologie doen we in de 20-30 overige uren. Terwijl mijn fabriek in staat is sla en kruiden te kweken die onbespoten zijn, C02 neutraal en fantastisch smaken, tegen een prijs die niet verschilt van regulier.' Een doorbraak dus. Een groene ondernemer van een miljoenenbedrijf in gezond voedsel moest van zijn ‘maatschappelijke’ bank 12-13% rente betalen. ‘Zo raakt krediet wel heel snel op’, merkte hij monter. De directeur van een hypermodern kassenbedrijf ziet vooral in de VS en Azië belangstelling voor zijn vindingen. ‘Daar gaan de ontwikkelingen wel snel.' Of zoals de directeur van een wetenschappelijk instituut opmerkte; ‘In China bouwen ze nu één ‘boerderij’ met varkensflats waar 3 miljoen varkens gemest worden. Daar kiezen ze voor intensief, circulair en minimale emissies.’ Ik ben het er persoonlijk niet mee eens, maar ze maken wel keuzes. Hier blijven we navelstaren.
Multifunctioneel
Het beeld ligt natuurlijk wat genuanceerder. Enerzijds zit een aantal discussies volledig op slot. Anderzijds hebben we de afgelopen jaren een onstuimige groei van het percentage landbouwproducten met een groen keurmerk gezien. Naar schatting doen zo’n 8.000 boeren en tuinders in Nederland daar inmiddels aan mee door duurzamer te produceren. Ook is tegenwoordig bijna de helft van de ruim 50.000 agrarische bedrijven multifunctioneel. Naast de gangbare bedrijfsvoering leveren ze energie, verbouwen b.v. ook eiwithoudende gewassen of bieden voorzieningen voor toeristen. Bovendien begint het denken bij jonge boeren om te slaan. De vastgeroeste focus op hectares grond en aantallen dieren maakt bij hen plaats voor interesse in het leveren van verschillende diensten en producten met extra kwaliteit. Ook bij veel andere ondernemers, variërend van zaadveredelaars tot retailers, zie ik ontluikend groen DNA.
Kortom, er gloort weliswaar hoop voor een supergroen agrofood ecosysteem, maar er is veel en veel meer nodig om die sprong met succes te maken. Als we het huidige politiek/bestuurlijke gemodder nog vijf jaar doorzetten, dan dalen onze emissies vooral omdat de sector is verdwenen. Kiezen of verliezen heet zoiets.