Analyse: biologische boterham wordt uiteindelijk goed belegd
Als het in Nederland gaat over een duurzame voedselketen en duurzame landbouw, dan gaat het in de discussie vaak over ‘goed voor de natuur’ aan de ene kant en ‘goed voor de portemonnee’ aan de andere kant. Maar is deze tegenstelling wel echt zo hard? Met biologisch boeren is het namelijk goed verdienen, maar vereist wel een initieel zetje in de rug van voedingsindustrie en overheid.
Want, zo blijkt uit meer en meer onderzoek, het inkomen van biologische boeren is op termijn beter dan dat van hun conventionele collega’s. Daar zit dus niet het probleem van de biologische sector. De grootste obstakels voor een bloeiende Nederlandse bio-markt zitten op een ander vlak. Dat zijn namelijk vooral het gebrek aan lokale afzet én het gebrek aan financiële steun voor de omschakeling naar biologische landbouw.
Groeiende marktvraag
De markt voor biologische producten in Europa heeft de afgelopen jaren een forse groei doorgemaakt. De drijver voor deze groei? Duurzame voedingsmiddelen zijn in trek bij consumenten omdat deze meer zorgen hebben over bestrijdingsmiddelen en dierenwelzijn in de conventionele landbouw. Dit is de reden dat verschillende landen in Europa een sterke positie hebben verworven in de markt voor biologische producten.
Duitsland sterke bio-traditie
Duitsland, onze grootste handelspartner, is momenteel de grootste markt voor biologische producten in Europa. De omzet daarvan was in 2020 ongeveer 11,97 miljard euro. Duitsland heeft een sterke traditie van biologische landbouw en een grote consumentenbasis die bereid is meer te betalen voor biologische producten.
Frankrijk: sturende overheid
Frankrijk volgt Duitsland op de voet en heeft ook een bloeiende markt voor bio. In 2020 bedroeg de omzet in Frankrijk ongeveer 11,04 miljard euro. De groeiende bewustwording van duurzaamheid en de inspanningen van de overheid om biologische landbouw te stimuleren, droegen aan die sterke positie van Frankrijk bij.
Verdienvermogen van de boer
Maar hoe zit het dan met het verdienvermogen en het inkomen van de boer? Daarover is juist op dit moment veel maatschappelijke en politieke discussie. Anders dan veel mensen denken, hoeven biologische boeren niet op een houtje te bijten. Ze verdienen in Nederland aanzienlijk meer dan hun conventionele tegenhangers, zo blijkt uit recente gegevens. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)3 hebben biologische landbouwbedrijven tussen 2011 en 2020 gemiddeld €110.000 winst overgehouden vóór het uitbetalen van het salaris aan de ondernemer. Gangbare bedrijven houden gemiddeld €89.000 over.
Biologisch is besparen
Het geheim? Biologische boeren besparen flink op inputkosten. Ze hebben bijvoorbeeld lagere kosten voor meststoffen en bestrijdingsmiddelen dan veel reguliere boeren. Bovendien profiteren ze van de groeiende marktvraag naar duurzame producten, waardoor ze hogere prijzen kunnen vragen. De combinatie van lagere kosten en hogere opbrengsten laten zien dat de biologische landbouwsector in Nederland niet alleen ecologische voordelen biedt, maar -op termijn- ook financieel aantrekkelijk kan zijn.
Biologisch: investering voor lange termijn
Het lijkt een simpele optelsom. De marktvraag in Europa groeit en het inkomen van biologische boeren is aanzienlijk hoger. Je verwacht dat die groei dan vanzelf zal gaan. Waarom blijft Nederland toch zover achter in biologisch landbouwareaal?
Nederlandse bedrijven moeten rekening houden met zowel de korte- als de langetermijnrisico's en investeringen bij het overwegen van de overstap naar biologische landbouwpraktijken. Volgens een recent rapport van de World Business Council for Sustainable Development (WBCSD)4, kunnen boeren uiteindelijk een winststijging van 15-25% verwachten na de overgang van conventionele naar regeneratieve of biologische landbouwsystemen. Echter, de transitie kan drie tot vijf jaar duren voordat deze winstgevendheid wordt bereikt. Daar zit de hobbel.
Het omschakelen naar biologische landbouw brengt op korte termijn financiële risico's met zich mee voor boeren. Bij de overgang naar biologisch kan het enige tijd duren voordat de bodemgezondheid en het ecosysteem in evenwicht komen. In de beginfase kunnen boeren lagere opbrengsten ervaren als gevolg van bijvoorbeeld onkruidconcurrentie of een verminderde bescherming tegen plagen en ziekten. Ook stapt men vaak over op andere rassen en zijn nieuwe vaardigheden nodig.
Daarnaast kan het zijn dat boeren aanvankelijk moeite hebben om een stabiele afzetmarkt te vinden voor hun biologische producten. Hoewel de vraag naar biologische producten groeit, kan het tijd kosten om nieuwe afzetkanalen te vinden.
Mix van investeringen nodig
In de discussies rondom het Landbouwakkoord gaat het vaak over verantwoordelijkheid voor een duurzame keten. Wie betaalt uiteindelijk de rekening van overschakeling naar duurzame landbouw? Het model van biologische landbouw laat zien dat op middellange termijn de kosten voor verduurzaming grotendeels uit de markt gehaald kunnen worden.
Wat nodig is, is dat het initiële risico voor de boer gedekt wordt door een slimme mix van investeringen van zowel overheid, ketenpartners en consument. Geen boer houdt het vol om in de transitieperiode drie tot vijf jaar op de rand van faillissement te leven. Juist voor die periode moet een goede overbrugging komen.
De Algemene Rekenkamer concludeerde onlangs dat de Nederlandse overheid als enige in Europa geen directe financiële steun geeft aan biologische boeren5. Dát zou wel eens een van de redenen kunnen zijn dat Nederland achterblijft ten opzichte van andere EU-lidstaten. Bedrijven moeten hun rol spelen door boeren technische en financiële ondersteuning te bieden Tegelijk kunnen overheden bijdragen door middel van beleid, subsidies en programma's die de overgang naar duurzame landbouwpraktijken bevorderen.
KADER 1: Goed voorbeeld: HAK
HAK gaat telers die de transitie maken naar biologisch extra belonen. De groentefabrikant wil daarvoor langetermijncontracten afsluiten van minimaal vijf jaar. "Dat geeft ruimte om samen te leren en te ontwikkelen en daarmee zijn telers verzekerd van afname", aldus HAK. Telers krijgen ook steun van de overheid vanuit het Actieplan Biologische Landbouw met betrekking tot kennisdeling, begeleiding en subsidies.
KADER 2: Goed voorbeeld: Biozuivel van PLUS
PLUS Supermarkt zet huismerkzuivel om naar biologisch en legt zelf het prijsverschil bij. Dat heeft niet alleen voordelen voor consumenten, maar ook voor boeren. Biologische zuivel van Nederlandse koeien wordt toegankelijk gemaakt voor een breed publiek, zonder dat de prijs wordt verhoogd. Hierdoor kunnen boeren profiteren van een grotere afzetmarkt en een stabiel inkomen. Door te kiezen voor biologische landbouw, dragen boeren bij aan een betere biodiversiteit, gezondere bodems en verminderde milieubelasting.