Nieuws 6 april 2022

De effecten van hoge grondstofprijzen op de verpakking van levensmiddelen

De kranten staan er vol mee: door tekorten aan grondstoffen en de exploderende energieprijzen wordt alles duurder. Voor de energietransitie zien we al duidelijk effecten: het gesprek over duurzame energiebronnen als wind en zon, het Gronings gas en ook kernenergie krijgt een nieuwe wending. Wat betekenen deze ontwikkelingen voor de verpakkingen van levensmiddelen?  

Drukkers weten al langer dat papier en karton moeilijk leverbaar zijn. Door de groei van de economie, en vooral e-commerce neemt de vraag naar karton voor omdozen toe. De snel oplopende kosten van grondstoffen (oud papier, pulp en celstoffen), energie, chemicaliën en transport zorgen voor hogere prijzen. Dat merken bijvoorbeeld producenten van sap en zuivel in de kosten van het drankenkarton.  

Prijsstijgingen 

Ook plastic kampt met enorme prijsstijgingen. Door de pandemie was er minder vraag naar aardolie voor transport en is er minder olie geproduceerd. Nafta, een grondstof voor plastic en een bijproduct van raffinage, werd daardoor ook schaars en dus duur. Steeds meer levensmiddelenfabrikanten streven naar verduurzaming van hun verpakking en gebruiken daarom rPET. Dit is echter nog moeilijk verkrijgbaar, en dat zorgt voor hoge prijzen. Die hoge prijzen zien we ook bij biobased plastic.  

Glas tenslotte kampt met de enorme stijging in de gasprijs. Voor de productie van glas is veel energie nodig, en doordat de gasprijzen door het dak gaan wordt glas veel duurder. Daarnaast worden veel (bier)flessen in Rusland geproduceerd, waarvandaan er op dit moment weinig tot geen aanvoer is. Ook de staalprijs stijgt, wat zijn effect zal hebben op de prijs van blikjes. 

R-ladder: innoveren 

Deze prijsstijgingen, verminderde beschikbaarheid en de Europese ambities voor een circulaire economie kunnen verpakkingsinnovatie een boost geven. De R-ladder is het uitgangspunt van de circulaire economie: Rethink, Reduce, Recover. Hebben we wel een verpakking nodig (Rethink)? Een uitdaging voor producenten van vloeibare producten, zoals dranken. In Nederland richt de discussie zich nu op statiegeld (Recover). Statiegeld is een goedwerkende manier om verpakkingen te hergebruiken. Voor glazen (bier)flessen doen we dit al decennia, en ook de grote PET-flessen brengt de consument keurig naar de winkel terug.  Het zorgt voor recyclepercentages tot wel 95%. Een uitbreiding van het systeem voor kleine PET-flessen was daarom per 1 juni 2021 een logische stap.  

Statiegeld 

Toch gaat dit niet zonder slag of stoot. Er ontstaat verwarring bij consumenten omdat het ene PET-flesje wel statiegeld heeft, en het andere toch niet. Supermarkten erkennen dit en zorgen ervoor dat ook andere dranken dan frisdranken in kleine PET-flesjes ingeleverd kunnen worden. Ook op drankblikjes komt per 1 januari 2023 statiegeld. Een positieve ontwikkeling die past in de trend om alle partijen in de keten een deel van de verantwoordelijkheid te laten dragen. De producent zorgt voor duurzame verpakkingen, de consument gooit zijn verpakking niet op straat, maar brengt die naar de winkel, en het verkooppunt zorgt voor inzameling zodat de verpakking weer kan worden gebruikt als grondstof voor nieuwe verpakkingen.  

Of deze uitbreiding van het statiegeld rechtstreeks terug te voeren is op de verhoogde grondstofprijzen en schaarste is moeilijk aan te tonen. Waarschijnlijk hadden de geschetste ontwikkelingen ook op een andere manier wel plaatsgevonden. Wel is duidelijk dat het besef dat we zuinig moeten omgaan met onze grondstoffen breder leeft in de samenleving en dat daarmee het sentiment rondom hergebruik op een positieve manier verandert.